15:33 De bel die niemand wil horen
Het was een telefoontje op vrijdagmiddag om 15:33. Ik was net een bierproeverij met kwis aan het voorbereiden. In een paar minuten veranderde mijn middag van luchtig naar loodzwaar. Sinds dat moment probeer ik alles wat er gebeurt op te schrijven. Niet om medelijden te krijgen, maar om mijn hoofd en hart bij elkaar te houden. Deze blogs zijn mijn manier om te begrijpen, te delen en te laten zien hoe ik hiermee omga, soms serieus, soms met humor, maar altijd echt.
“Het leven belt niet van tevoren om te vragen of het uitkomt.”
🩶 De grens van twintig minuten
Gisteren voelde ik me voor het eerst in tijden weer bijna mezelf. Ik had energie, praatlust en zelfs zin om iets nuttigs te doen. Dus toen MEPAL belde voor een gesprek, dacht ik: waarom niet? Een beetje werk, een vleugje normaliteit, dat kon alleen maar goed zijn. De eerste minuten voelde ik me scherp, alert, bijna triomfantelijk. Maar ergens rond minuut twintig gebeurde er iets. Mijn stem werd schor, mijn keel begon te branden en het leek alsof mijn hersenen in slow motion gingen. Alsof iemand de stekker eruit trok.
Na afloop zat ik op de bank met een deken om me heen, koud en uitgeput. Sylvia had me gewaarschuwd dat ik te snel ging, de gesprekspartner ook, en ik had vriendelijk gelachen, zoals mensen dat doen als ze weten dat de ander gelijk heeft maar het toch proberen. De rest van de dag was stilte. Stilte met thee, pijnscheuten en het besef dat herstel geen rechte lijn is maar een kronkelig pad dat zich niets aantrekt van mijn planning.
“Herstellen is geen rechte lijn, eerder een slingerend pad met een eigen wil.”
🩶 De tocht van vier kilometer
Vanochtend bracht ik Mandy naar haar stage.
Ik had die nacht ruim 8 uur ononderbroken geslapen. Vier kilometer, een klein ritje dat tegenwoordig voelt als een mini-expeditie met Everest-allures. Mandy zat rustig naast me. Ze had allang door dat het me moeite kostte, maar ze zei er niets van. We luisterden naar het nieuws, ik deed alsof ik moeiteloos reed, en concentreerde me ondertussen op elke ademhaling. Sylvia lag nog lekker in bed.
Ik had beloofd dat ik rustig zou rijden, en dat deed ik. Geen haast, geen heldengedrag, alleen samen onderweg zijn. Toen ik thuiskwam voelde het alsof ik vijf keer naar de bouwmarkt was gefietst. Mijn hart bonsde, mijn spieren protesteerden, maar ergens onder die vermoeidheid zat ook trots. Trots dat ik het had gedaan, dat Mandy haar mond hield uit liefde, en dat Sylvia even rustig kon slapen.
“Soms is liefde gewoon iemand wegbrengen en daarna instorten.”
🩶 Lunch in de dure kantine
We reden later op de ochtend naar het ziekenhuis in Enschede voor wat ik dacht dat het eerste echte consult over de bestraling zou zijn. Er stond ‘afspraak’ in de agenda, dus dat klonk serieus. Maar de werkelijkheid bleek anders. Het ging om een tandfoto, om te controleren of er iets in mijn gebit zat dat de bestraling in de weg zou kunnen staan. Gelukkig niet, al zijn er wel twee kleine ontstekingen. Die mogen wachten tot na de bestraling.
Dat was het goede nieuws. Het slechte nieuws kwam daarna: bestraling in de mond is niet mals. Een drogere mond, meer gaatjes, pijn, en een gebit dat sneller slijt. De verpleegkundige zei het vriendelijk, alsof ze de weersverwachting doorgaf, maar de boodschap bleef hangen. Ik probeerde luchtig te doen en zei dat ik dan eindelijk een excuus had om meer ijs te eten. Ze lachte beleefd.
We zouden nog een uur moeten wachten om “kapjes te laten maken” voor de behandeling. We besloten te blijven. In de kantine bestelden we lunch die zó duur was dat ik me even afvroeg of er goudvlokken op het broodje zaten. Toen we eindelijk terug wilden lopen, bleek de afspraak een vergissing. Geen kapjes vandaag. Donderdag pas. De lunch was dus letterlijk en figuurlijk het hoogtepunt van de dag.
“Soms kost een broodje kaas meer dan je geduld.”
🩶 Het officiële woord
Later op de middag belde het Antoni van Leeuwenhoek. De arts klonk vriendelijk maar zakelijk, alsof hij een puzzelstukje kwam bevestigen dat we eigenlijk al kenden. De uitslag was duidelijk: het is inderdaad kanker. Geen verrassing, wel een stempel. De arts was verbaasd dat er in Enschede nog niet gestart was met de bestraling. Hij raadde aan om zo snel mogelijk te beginnen. Sylvia hing meteen weer aan de lijn, vastbesloten om vaart te maken. Ze kreeg beleefde woorden terug: “Meneer heeft onze volle aandacht.” Dat klinkt goed, maar het klinkt ook als wachten.
En wachten blijkt een vermoeiende bezigheid. Je kunt er niets voor doen, niets tegen doen, alleen maar hopen dat de volgende stap eindelijk gezet wordt. We weten nog niet wanneer de bestraling start, alleen dat het donderdag niet zal zijn. En ook niet eerder.
“Bevestiging maakt niets beter, alleen echter.”
🩶 Voor nu
Voor nu is dit waar ik sta. De dagen brengen nieuws in kleine doses, als druppels uit een infuus dat net iets te langzaam loopt. Ik probeer de balans te vinden tussen doen en rusten, tussen vertrouwen en wantrouwen, tussen grapjes maken en gewoon even stil zijn. Humor helpt, koffie ook.
“Zwaarte mag licht hebben. En licht weegt soms verrassend veel.”
Ontdek meer van Data-Pro BV
Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.
