🩵 Kankerlicht – Ontbijt en radioactief suiker

15:33  De bel die niemand wil horen

Het was een telefoontje op vrijdagmiddag om 15:33. Ik was net een bierproeverij met kwis aan het voorbereiden. In een paar minuten veranderde mijn middag van luchtig naar loodzwaar. Sinds dat moment probeer ik alles wat er gebeurt op te schrijven. Niet om medelijden te krijgen, maar om mijn hoofd en hart bij elkaar te houden. Deze blogs zijn mijn manier om te begrijpen, te delen en te laten zien hoe ik hiermee omga — soms serieus, soms met humor, maar altijd echt.

“Het leven belt niet van tevoren om te vragen of het uitkomt.”


🩶 Ontbijt om 7:01

Daar zit ik dan. Aan het ontbijt om 7:01. Vandaag begint het. Eerst een echo, daarna een PET scan. Ik moet zes uur nuchter blijven, dus ik ben extra vroeg opgestaan om nog iets te eten. De rest van het huis slaapt. Dochterlief bij haar vriendje, zoon in dromenland, en Sylvia die probeert wat rust te pakken. Ze zal het nodig hebben vandaag, want we gaan samen naar Amsterdam. Vanavond slapen we in een hotel, want morgenochtend om elf uur staat er een MRI gepland.
Ik voel me alsof ik op weg ben naar een examen waar ik niet voor heb kunnen leren. Ik probeer te doen alsof het een gewone dag is, maar elke hap smaakt naar spanning. De koffie smaakt te bitter, het brood te droog. Mijn gedachten schieten alle kanten op. Wat als ze iets vinden dat ik niet wil horen. Of erger, wat als ze niets vinden en we verder moeten zoeken. Ik probeer mezelf tot rust te praten, maar mijn stem klinkt niet overtuigend.

“Hoop is de enige optie die geen voorbereiding vraagt.”


🩶 De suiker die straalt

Om kwart over één krijg ik radioactief suiker ingespoten. Dat klinkt als iets uit een sciencefictionfilm, maar vandaag is het gewoon mijn middagprogramma. Daarna moet ik een uur stil liggen in een donkere kamer. Gisteren mocht ik al geen fysieke inspanning doen. Kennelijk mag je niet zweten als je gloeit. Niet bewegen, niet denken, gewoon wachten tot het licht weer aangaat.
Blijkbaar moet het suiker zijn werk kunnen doen zonder dat mijn spieren meespelen. Ik stel me voor dat het langzaam door mijn lijf zwerft, als een fluorescerend spook dat zoekt naar plekken waar het niet hoort.
Sylvia heeft eten ingepakt voor daarna. Ze weet hoe ik word als ik honger heb. Ze glimlacht terwijl ze broodjes inpakt, alsof ze het gewoon een gezellig dagje uit vindt. Dat helpt. Haar kalmte houdt me overeind, zelfs als ik voel dat ik het zelf niet ben.
Sylvia heeft eten ingepakt voor daarna. Een soort post-nucleair picknickmandje. Ik zie haar glimlach, haar rustige efficiëntie. Zij is mijn anker, ik haar licht radioactieve cargo.

“Soms is liefde gewoon iemand die zorgt dat er eten klaarstaat na je scan.”


🩶 Het stof in mij

De patholoog vond dode verhoornde plaveiselcellen in mijn gezwel. Die horen op de huid thuis, niet in een hals. Dat maakt me bang. Het zijn de cellen die wij allemaal kennen als dat stof in de zon. Kleine stukjes oud leven die hun werk hebben gedaan en loslaten.
Dus ja, ik besta uit stof, maar blijkbaar ook inwendig. Dat klinkt bijna poëtisch, maar ik had liever dat mijn poëzie niet op de snijtafel lag. De artsen lijken niet bezorgd, maar mijn hoofd is dat wel. Elke keer als ik het woord “verhoornd” hoor, trekt mijn maag samen. Alsof mijn lichaam me iets probeert te vertellen wat ik nog niet wil weten.

“We zijn stof, zeggen ze. Maar ik had gehoopt dat het voorlopig bij figuurlijk bleef.”


🩶 De kring van aandacht

Het is bijzonder om te zien wie er om je heen staan. Sommige mensen sturen lange berichten, anderen slechts een duimpje. Niemand doet het verkeerd, maar de verschillen vallen op. Er zijn mensen die hun afspraken afzeggen en anderen die stil meeleven op afstand.
Wat me het meest raakt zijn de berichten die op gekke tijden komen. Mensen die midden in de nacht aan me denken, of heel vroeg in de ochtend nog voor ze aan het werk gaan. Alsof ze even niet konden slapen, of juist niet konden beginnen zonder iets te zeggen. Die momenten voelen oprecht en dichtbij, alsof de tijd even meeleeft.
Ik zie de verschillen, maar die zijn geen oordelen. Elk bericht, elk teken, elk hart onder de riem telt. Ik waardeer ze allemaal. Misschien ben ik gevoeliger geworden, of gewoon eerlijker. Misschien hoort dat bij dit stadium van niet weten. Alles lijkt scherper, elke blik, elk bericht, elk stil moment waarin iemand niets zegt maar alles bedoelt.

“Aandacht heeft geen meetlat, alleen een richting: naar elkaar toe.”


🩶 Voor nu

Voor nu is dit waar ik ben. Vandaag de echo en de PET scan, morgen de MRI. En ergens, zwevend tussen de gesprekken door, het vooruitzicht van een kijkoperatie. Ze zeggen dat die voor de zekerheid is ingepland, maar vreemd genoeg staat hij niet in ons digitale dossier. Dat voelt als een slecht grapje van het universum.
Ik hoop dat het allemaal niet nodig zal zijn. Maar diep vanbinnen weet ik dat hoop soms te licht is om angst te dragen. Want ik zie op tegen die kijkoperatie. Alleen al het idee dat iemand letterlijk in mijn keel gaat kijken, maakt me koud vanbinnen. Toch glimlach ik als ik Sylvia zie inpakken voor het hotel. Ze heeft iets geruststellends over zich, alsof ze zegt: wat er ook komt, we doen het samen.
De angst blijft. De onzekerheid ook. Maar zolang er nog koffie is, en woorden, en zij naast me, blijf ik schrijven. Misschien is dat mijn manier om overeind te blijven in een wereld die steeds even wiebelt.

“Zwaarte mag licht hebben. En licht weegt soms verrassend veel.”


Ontdek meer van Data-Pro BV

Abonneer je om de nieuwste berichten naar je e-mail te laten verzenden.

Geef een reactie